Miljonair voor een dag

3 december 2014 - Kampala, Oeganda

Mijn oriëntatiedagen zijn begonnen. Van de meiden had ik al begrepen dat het waarschijnlijk maandag rond 9 uur zou beginnen, dus om 9 uur zat ik braaf klaar. Uiteindelijk heb ik van 10 tot 3 uur, met een half uur pauze, in mijn eentje college gekregen over Oeganda. De hele Lonely Planet kwam voorbij: het klimaat, de geschiedenis, transportmethoden, cultuur, het schoolsysteem, ga zo maar door. Een hele hoop informatie, waarbij ik moeite moest doen om het te verstaan. Engels met een Afrikaans accent is echt iets waar ik nog aan moet wennen. Sam, de mannelijke medewerker en baas van UPA, kwam nog even vragen of ik gelijk kon betalen voor mijn drie maanden hier. Alsof ik dat geld zo uit m'n portemonnee kon trekken! Gelukkig stemde hij ermee in dat ik dinsdag in Kampala zou pinnen wanneer ik daar mijn rondleiding kreeg.

's Middags bleek dat Jetske (het andere Nederlandse meisje hier) naar de bank moest. Het leek mij wel verstandig om mee te gaan. Liever twee keer met iets minder geld de straat op dan één keer met alles. 's Avonds hebben we met alle meiden de regels van het guesthouse besproken. De local volunteers mogen bijvoorbeeld het huis niet in en na zonsondergang mogen ze hier ook niet meer in de tuin komen. Het werd een nogal ingewikkelde discussie. Enerzijds wil niemand discrimineren, anderzijds heeft iedereen zijn waardevolle spullen hier en kunnen lokalen ook minder goede bedoelingen hebben dan alleen gezellig op bezoek komen.

Dinsdagochtend hadden we met het bestuur van UPA en 'opzichter' Cissy een guesthousemeeting hierover. Uiteindelijk zijn we eruit gekomen dat locale volunteers nog steeds niet naar binnen mogen, net als (blanke) niet-UPA vrijwilligers nu. Wel mogen ze tot tien uur 's avonds in de tuin komen. Met speciale gelegenheden als afscheidsfeestjes en kerst straks mogen we het lokaaltje in het bijgebouw gebruiken, waar dan ook lokale volunteers welkom zijn.

Een aantal meiden wilde ook weten wat er precies met het door ons betaalde bedrag gebeurde. Dit geld wordt puur gebruikt voor het guesthouse, het draaiende houden van het UPA kantoor, salarissen van de vier medewerkers (Sam, Claire, Sarah en Cissy), en soms wat investeringen in lokale projecten. Het project waar ik ga werken, krijgt dus helemaal niks voor mijn komst.

Na de meeting werd ik voorgesteld aan Francis, een local volunteer. Francis heeft me een middag meegenomen naar Kampala. Eerst de matatu in, een soort taxibusje waar 12 mensen in kunnen, maar met iemand half op schoot kunnen we 'makkelijk' met vier mensen op drie stoelen. Je moet niet vies zijn van lichamelijk contact hier. De busjes zijn wel goedkoop (het ritje naar Kampala, van een dik half uur, kostte omgerekend €0,44) en ze rijden af en aan en stoppen overal waar jij wil zolang het maar op de doorgaande weg is. Ik heb mijn ogen uitgekeken tijdens het ritje. Overdag is het natuurlijk nog drukker op straat en op de raarste plekken duiken winkeltjes en kraampjes op. Zo is er een hele grote, drukke rotonde waar nu allemaal kleedjes met verkoopwaar langs lagen. Een nieuwe BH kopen op de rotonde, tja je zou er maar een nodig hebben. Rond het middaguur kwam ik in Kampala aan. Wat een hoop mensen, auto's, brommers en taxi's met bijbehorende uitlaatgassen! Francis pakte mij gelukkig snel bij de hand om de weg over te steken. Je moet hier echt ogen in je achterhoofd hebben. Een extra paar aan de zijkant zou ook welkom zijn. Ik kijk ook nog steeds automatisch de verkeerde kant op, moet dat maar snel afleren. Hier in het verkeer kan je je weinig fouten permitteren.

Eerst gingen we naar het taxi park. Ik ben blij dat ik niet dik ben, want je moet je werkelijk tussen de busjes doorwurmen om het juiste stukje van het taxi park te bereiken. Er staan bordjes met bestemmingen, dat scheelt wel. Toen de matatu vol was, vertrokken we. Op naar het Uganda Museum. Ik vraag me nog steeds af hoe de taxichauffeur dat busje uit het taxi park heeft kunnen krijgen. In het museum kreeg ik een privé rondleiding door een gids. Ze liet allerlei archeologische vondsten zien, de auto's van de president, de oorspronkelijke hutjes van de Oegandezen, het was van alles wat. Het voelde een beetje als een verplicht uitje van school, het was dan ook niet erg dat ik na 40 minuten weer buiten stond.

Eenmaal weer buiten moesten we even wachten op een matatu die plaats voor ons had. Plots stopte er een brommertje, die trouwens boda-boda's heten. De man verkondigde Francis dat hij met mij wilde trouwen en dat hij ervoor zou zorgen dat ik veilig was, want ik was zo'n prachtige vrouw. Ik had mijn eerste huwelijksaanzoek toch ietsje anders voorgesteld! Gelukkig konden we snel 'rustig' een matatu in. Tenminste dat dacht ik. We waren nog maar net onderweg toen het busje stopte. De conductor en de, ik denk, verkeerspolitie gingen een hele discussie aan in het Luganda en na een paar minuten verliet iedereen boos het busje. Ik had er natuurlijk niks van verstaan en had dus geen idee wat er aan de hand was. Francis vertelde later dat de man de wegenbelasting, of iets dergelijks, niet had betaald en daarom niet verder mocht rijden.

Lopend zijn we vervolgens naar het postkantoor, de bank en telefoonwinkel geweest. De laatste om een Oegandese simkaart te kopen, zodat ik met de mensen van mijn project, de UPA en natuurlijk de meiden makkelijk kan communiceren. De Stanbic bank vond het niet goed dat ik twee dagen achter elkaar het maximale bedrag zou pinnen, dus probeerden we een andere bank. Het maximum bedrag lag daar hoger, waardoor ik het resterende bedrag in één keer kon pinnen. En dus liep ik als een echte miljonair door Kampala. Hoewel niemand kon zien dat ik zoveel geld in m'n moneybelt had, liep het heel ongemakkelijk. De stapel biljetten was zo groot dat ik het bij elke stap voelde zitten...

De simkaart was snel geregeld. Wat gegevens, ze maakten een foto en klaar. Ik heb nu dus ook een Oegandees nummer. Ik kan er voor een paar euro ook 'air time' op zetten waardoor ik ook op internet kan met mijn telefoon. Misschien iets voor later of met speciale gelegenheden/noodgevallen. Voor nu voldoet het internetcafé prima en is het eigenlijk zelfs best fijn niet altijd 'connected' te zijn. Rond 5 uur was ik terug bij het guesthouse. Het was fijn om 'thuis' te zijn. Heeft Kampala naast wat zakelijke dingen ook psychisch nog wat opgeleverd.

Foto’s

1 Reactie

  1. Editha en Henri:
    5 december 2014
    Leuk verhaal weer.
    En .... als het toch tot een bruiloft komt dan worden we toch wel uitgenodigd :)