Hoog(s)tepunt van Malawi

14 april 2015 - Mulanje Mountain Forest Reserve, Malawi

Woensdag begon het echte backpacken weer en ik werd gelijk aardig op de proef gesteld. Alle fietstaxi's waren weg, dus er zat niks anders op dan het hele stuk met bepakking door het mulle zand maar te lopen. De buurtkindjes zwaaiden me vrolijk uit. Eenmaal op het buspark was er, behalve een aantal mannetjes die onder een boom rondhingen, helemaal niks. Vervoer naar Blantyre was er alleen 's ochtends. Ik was er rond half 10/10 uur. Kort ochtendje hebben ze hier.

Ik besloot eerst maar wat te eten. Al snel werd me een taxi naar Mangochi aangeboden van tachtig dollar. Dat ging flink boven m'n budget. Rond 11 uur kwam er eindelijk een matola. In Mangochi moest ik overstappen. Mijn busje stond er en één ander busje. Dat zou dus niet zo moeilijk moeten zijn. Ware het niet dat een man binnen een oogwenk met m'n backpack weg was en ik 'm nergens meer zag, terwijl drie mannen me al schreeuwend het busje probeerden in te praten. Drie mannen van hetzelfde busje dus. Ik snap dat niet zo goed. Maar dat gedoe hier met matola's zorgde ervoor dat ik voor de tweede keer in korte tijd tegen een groepje mannen stond te schreeuwen. In de matola heb ik daarna nog zo'n 1,5 uur rondgereden in Mangochi terwijl mensen op een soort kidnapwijze van fietstaxi's werden afgetrokken en in het busje werden gestouwd.

De hele reis duurde langer dan gepland en ik had al snel spijt dat ik nog eventjes in het zonnetje had gezeten die ochtend. Om 6 uur is het hier namelijk echt donker, het voelde dus als een ware race tegen de klok om voor het donker aan te komen. Om half 6 werd ik weer ergens op een klein taxipark het busje uitgezet. Ik weet niet waar ik was, maar gezien de sloppenwijk waar we net langs gereden waren en de gebouwen hier, was het niet de beste buitenwijk van Blantyre. Ik werd weer in een andere matola gezet waarbij ik de conductor vrij moedeloos vertelde niet te weten waar ik was en dat ik zo snel mogelijk naar een slaapplaats moest. Wat er vervolgens gebeurde: ze gooiden mij eruit bij een tankstation langs de grote weg! Zacht gezegd: ik was niet blij. Ik moest omhoog lopen en daar kon ik wel een slaapplek vinden. Het was verre van ideaal; inmiddels was het donker geworden en ik moest bepakt en bezakt onder een viaduct door, over het busstation lopen naar een slaapplek. Wat was ik blij toen ik bij backpackershostel Doogles aankwam. Het was de plek waar ik al zo lang naar gezocht had: een gezellige bar met andere muzungu's. Hier zat iedereen dus!

Aan de bar raakte ik aan de praat met Steve, een Malawiër die vertelde samen met prins Harry te hebben gestudeerd. Na alles gehoord te hebben over de verschillen tussen Harry en William kwam ik er ook achter waarom matola-overstappen hier altijd zo gewelddadig zijn. In Malawi heb je naast de driver en de conductor nog een derde partij. Deze derde partij zijn twee of drie mannetjes wiens taak het is om zo snel mogelijk de matola te vullen. Wanneer de matola vol is, krijgen ze betaald naar gelang hoe 'goed' ze hun job hebben gedaan. Dat verklaarde een hoop.

Met de man rechts van mij had ik maar een paar woorden gewisseld, maar door hem heb ik nu medebergbeklimmers. Huw (uit Australië) kwam al snel langs om te vragen of ik dat ene meisje was dat ook Mount Mulanje wilde gaan beklimmen morgen. Kwam dat even goed uit! Hij had die dag met twee Israëlische meiden (Yasmin en Stav) alle inkopen gedaan en ze hadden meer dan genoeg voor een extra persoon. Dat was nog eens wat je noemt mazzel hebben!

Donderdag pakten we de tassen in voor de beklimming, kochten nog wat fruit en groente en maakten de reis richting Mount Mulanje. In Chitakale werden we opgewacht door Vincent, onze gids/porter voor de komende dagen. Het duurde even voor we alles geregeld hadden, maar om drie uur konden we eindelijk van start.

Het plateau opkomen was nog wel het zwaarste stuk van de hele trek. Meer dan één kilometer moesten we steil omhoog. Het kostte ons precies drie uur, waardoor we net voor het donker aankwamen bij de Chambe hut. In de hut liggen matjes, er is een openhaard met houtblokken en daar moet je het mee doen. Water kan je halen bij het riviertje voor de hut. We kookten de meest kleverige spaghetti ooit, maar na de zware klim smaakte dat eigenlijk prima. Na het avondeten doken we snel de slaapzakken in, want de volgende dag zou een lange worden...

Vrijdag begonnen we met de drie uur durende tocht naar de Chisepo hut. Hoewel we op het plateau bleven en geen pieken beklommen was het toch aardig zwaar. Vlakbij de hut was een supermooi bassin en na het gezweet van die ochtend en de dag ervoor was een verkoelende duik meer dan welkom.

Om half 11 begonnen we onze tocht naar de Sapitwa piek, het hoogste punt van Mt Mulanje (3001 m). Sapitwa betekent 'don't go there', wat ik met de meter meer en meer begreep. Ik heb zo vaak gedacht 'dit is gestoord', of 'gekker dan dit kan het niet worden'. Nou, wel dus. Bepaalde stukken waren zo steil dat je als een soort aapje op handen en voeten omhoog moest, waarna we over en onder rotsen door moesten klimmen. Met de piek bijna in zicht was het laatste serieuze obstakel een gigantisch rotsblok waar ik alleen op kon komen door een zetje van Huw en een ver uitgestrekte hand van Vincent. Nog even zwaar gebukt onder wat rotsen door en toen waren we eindelijk op de piek. Drie uur geklim en geklauter. Na een half uur voornamelijk wolken te hebben gezien vanaf de top, moesten we weer naar beneden. In twee uurtjes zou dat gedaan moeten zijn, maar het kostte ons het dubbele. Grote stukken daalden we af als een kleuter die een trap afgaat. En net voor het donker waren we weer terug bij de hut.

Inmiddels was er ook een groepje Engelse geneeskunde studenten aangekomen en dus zat er niks anders op dan met z'n vieren twee matjes te delen. Ondanks de openhaard was het een flink koude nacht. De volgende ochtend was ik zo stijf als een plank en toen stond er dus nog een flinke wandeling naar het beginpunt op de planning. Normaal vind ik afdalingen geen probleem, maar dit was andere koek. Na een keer flink te zijn uitgegleden wilde ik niets liever dan gewoon weer beneden staan. Het duurde in totaal 5,5 uur. Dit stuk was pas het echte afzien. Vanaf de Forest Office onderaan de berg was het vervolgens nog ruim een half uur in de brandende zon tot we bij de hoofdweg aankwamen. Gelukkig konden we hier meeliften in een pickuptruck terwijl Mulanje verder en verder op de achtergrond raakte.

De volgende twee dagen deed m'n lichaam zo'n zeer dat lopen met tien kilo op m'n rug echt geen optie was. Vooral m'n knieën waren zo gigantisch pijnlijk. De meiden hadden geen ruimte in hun planning om bij te komen en dus gingen zij met veel gezucht en gesteun weer de weg op. Met Huw had ik twee relaxte dagen die voornamelijk in het teken stonden van rondhangen bij het zwembad, in de stad, aan de bar en in veel te dure Westerse restaurants met de meest heerlijke gerechten. Op de markt werd Huw regelmatig nageroepen variërend van "You have a beautiful wife" tot "Give me your wife". Zelfs als een 'getrouwde' vrouw sta je dus nog steeds in de volle belangstelling. Huw verbaasde zich op zijn beurt over het aantal mannen dat mij nakeek, of zeg maar gerust nastaarde. Gek genoeg had ik dat niet eens meer door.

Dinsdag was het toch echt tijd om naar Lilongwe te vertrekken. Het bus ticket was zwaar aan de prijs, maar wat een relaxt ritje was dit. We kregen een ontbijtje en een blikje cola. De stoelen hadden gordels en er werd zelfs van te voren omgeroepen dat er een stop aankwam en hoe lang die zou duren. Lilongwe is niet de meest boeiende stad (net als de meeste Afrikaanse steden overigens), dus ik besteedde mijn tijd vooral aan het doen van boodschappen voor de lange busrit van morgen en, voor de verandering, rondhangen bij het zwembad.

In Doogles had ik een Nederlands meisje ontmoet die bus tickets naar Lusaka, Zambia had gekocht waarna haar vriendin ziek werd en zo'n lange busreis maken er niet in zat. Het leverde mij mooi een gratis bus ticket op, dat toevallig op naam stond van een meisje dat ook De Bruijn heette.

Foto’s

4 Reacties

  1. Pap en mam:
    15 april 2015
    Lieve Tessa,

    Wat een uitputtingsslag zal dat zijn geweest. Dankzij jouw doorzettingsvermogen de top bereikt: chapeau!!
    Nu op naar het laatste land wat je wil bezoeken Zambia.

    Liefs,
    Pap en mam
  2. Stefan:
    15 april 2015
    Hee Tessa!
    Zo herkenbaar! De agressie op 'busstations', ik heb er ook altijd veel moeite mee. En jij bent nu ook de bergen op geweest. De inspanning die dat kost, en de kwaliteit van de 'paden', klinken ook heel herkenbaar. Maar wat een mooi gevoel als je boven op de berg staat toch? Heel veel plezier en succes nog!
    Stefan
  3. Ruud en Carla:
    16 april 2015
    Respect voor jou hoor Tessa!! Je flikt het toch allemaal maar in je eentje. Geniet nog van het laatste stukje.
  4. Diana en Wim:
    19 april 2015
    Nou Tessa petje af hoor. Je bent er bijna heb ik begrepen. En dan heb je iets beleefd wat niemand je meer kan afnemen. Een ervaring voor je hele leven. Je leven hier zal denk ik nooit meer zijn wat het was door al die ervaringen die je hebt mogen meemaken.
    Geniet nog maar extra van de tijd die je daar nu nog hebt.
    Groetjes Diana en Wim