The warm heart of Africa

2 april 2015 - Nkhata Bay, Malawi

Het is waar: mensen in Malawi zijn zo anders, heel erg positief anders. Bij de grens werd ik opgewacht door een man die me wees waar alles was en mij vervolgens naar een matola (de Malawische matatu) naar Karonga bracht. Eenmaal in de matola vroeg hij om een fooi, ik zei heel eerlijk dat ik heel erg weinig geld had op het moment en hij gaf me vriendelijk een handdruk en wenste me nog een fijne reis. Wauw, hoe kan een paar kilometer zo'n verschil maken? Onderweg hoorde ik kinderstemmetjes "Muzungu! Muzungu!" roepen en vrolijk zwaaiden ze mij na. Ja, hier voelde ik me gelijk al meer thuis.

In Karonga aangekomen, loodste de driver me exact naar de volgende matola. Toen ik het bordje zag waar ik wilde slapen, ging het busje meteen in z'n achteruit. Het was alleen wel een erg klein plaatsje. En na het gedoe zonder geld in Nungwi leek het mij wel verstandig even na te vragen of hier wel een bank zat, want nadat ik ook de tweede matola had betaald had ik nog maar 50 kwacha (€0,10) over... En daar kan je zelfs in Afrika eigenlijk niks mee. De mensen in de matola overlegden even, en er zat niks anders op dan helemaal mee te gaan naar de grotere plaats Mzuzu. Zo'n 135 kilometer verderop!

Aan de rand van de stad zat op een tankstation een Stanbic bank, waar ik tot nu toe in Oeganda en Tanzania probleemloos kon pinnen. De volle matola stopte, wachtte keurig, helaas werd m'n transactie geweigerd en dus namen ze me verder mee op sleeptouw. Op het taxi park werd iedereen eruit gezet, maar ik mocht blijven zitten en ze zouden mij meenemen naar een andere bank (net als in Tanzania spraken ook hier maar 1 of 2 mensen uit het hele busje Engels, maar er werd tenminste moeite gedaan om elkaar te begrijpen).

We reden naar een laantje met allemaal banken, waar ik bij de Standard Bank eindelijk geld uit de muur kon halen. We reden terug naar het taxi park waar ik nog even vroeg of ze een plek wisten om te slapen. Dat wisten ze wel en nog een goedkope ook, maar daar serveerden ze geen eten en na bijna 30 uur zonder eten en drinken wilde ik niet het risico lopen te eindigen met een karige straatsnack. Een andere man wist wel een guesthouse met restaurant. Dus daar gingen we weer, de driver, de conductor, de wegwijsman en ik; op weg naar een slaapplek. Ik heb alleen het resterende bedrag voor de 135 kilometer moeten betalen. Ik kon die mannen wel knuffelen! Als alle Malawiërs zo zijn ben ik m'n reisdipje snel vergeten.

Ik was de enige gast in het guesthouse, maar na zoveel uur constant mensen om mij heen was dat eigenlijk wel even fijn. Ik bestelde m'n avondeten en vroeg of ze me wilden roepen wanneer het klaar was, maar in plaats daarvan kreeg ik roomservice. Simpele rijst met kip smaakte nog nooit zo goed. De rest van de avond besteedde ik aan uitgebreid douchen (ik had immers al 2,5 dag geen badkamer meer gezien) en lekker tutten. Zo'n momentje voor mezelf had ik echt even nodig na al het gedoe in Tanzania.

In Malawi is het een uurtje vroeger, waardoor ik voor dag en douw wakker was. Ik maakte gebruik van het ontbijt vanaf 6 uur en besloot de resterende uurtjes tot uitchecktijd nuttig te besteden en zonder bepakking wat dingetjes te regelen. Dichtbij was een grote supermarkt, die veel weg had van een Nederlandse C1000. Niet zo bizar groot als de Nakumatt (waar ik bij mijn allereerste bezoek rondliep alsof ik in de hemel was beland), maar hier was in ieder geval een normaal ogende brood- en groente afdeling. En ze hadden toetjes! En snoepjes! Precies de dingen die ik sinds een paar dagen wel echt begon te missen.

Ik had me inmiddels ook wat beter ingelezen over Malawi en pinautomaten waar buitenlanders terecht kunnen zitten dus alleen in de drie grote steden. Nog maar 'even' wat extra geld pinnen dan. Dat even werd alleen 1,5 uur. Er was een storing bij de bank en dus zat er niks anders op dan te wachten. De rij voor de automaat groeide en groeide, maar er werd aan gewerkt. Een half uur na de uitchecktijd kwam ik eindelijk aanzetten bij het guesthouse, gelukkig met geld. Ik legde het verhaal uit aan de receptionist en gelukkig was het geen probleem.

Eenmaal op het taxipark werd ik bijna uit elkaar getrokken door mannetjes van verschillende busjes naar Nkhata Bay. Ik moest een serieuze schreeuw geven tot ze me loslieten. Soms moet je in Afrika echt je mannetje staan, anders eindig je in stukjes op het taxipark. Waag het niet mij in een compleet lege matola te zetten, daarvoor weet ik iets te goed hoe het werkt. Nou dat had ik niet tegen dovenmansoren gezegd, want ik werd naar een matola gebracht waar iedereen al als haringen in een ton zat. Daar paste ik met m'n twee rugzakken never nooit niet bij. Dan toch maar in een lege... Ik kreeg een plekje voorin en toen begon het wachten. Geduld, geduld, geduld; het enige dat je écht niet moet vergeten als je naar Afrika komt.

Na een dik uur konden we dan eindelijk vertrekken. De driver had even gevraagd waar ik ging slapen en bood aan mij daar af te zetten. Ik kreeg bij Big Blue Backpackers een superschattig hutje met een geweldig uitzicht over Lake Malawi. Vanuit bed hoor je het water kabbelen, en met de deur open kan je zwaaien naar de lokale vissers. Aan het eind van de middag kwamen wat mannen hun bad nemen in het meer. Schone kleren werden klaargelegd op de rotsen, lichaam en haren werden goed ingesopt en na een duik waren ze weer klaar om te gaan.

's Avonds hoorde ik iemand "Tiesa, Tiesa!" roepen (mijn naam is echt een ramp in Afrika). De broer van de eigenaresse die ik die middag gesproken had, had een typisch Malawisch visje (Utaka) gevangen die hij graag aan mij wilde laten proeven. Daar zeg ik natuurlijk geen nee tegen. Samen peuzelden we het visje op terwijl we ons gesprek van die middag, over Afrika, Europa en alle verschillen daartussen, voortzetten. Dit gesprek heb ik al met zoveel mensen uit verschillende landen gevoerd, maar het blijft een intrigerend onderwerp. Mensen zijn zo nieuwsgierig hoe wij alles doen. Ik leerde zelf ook nog wat nieuws: het woord 'muzungu' komt officieel van geest of spook. Maar goed dat ik hier aan het meer voornamelijk aan m'n kleurtje aan het werken ben!

Ik had wel gehoopt dat ik hier tegen wat andere backpackers aan zou lopen, Malawi zou immers hét backpackersparadijs van Afrika moeten zijn. Ik ben hier inderdaad niet de enige gast, maar wel de enige soloreiziger. Hoewel ik normaal gesproken weinig moeite heb met alleen zijn, is het toch wel een beetje ongezellig. Daarbij kwam dat mijn reisplanning een flinke aanpassing nodig had nadat ik direct in het een stuk zuidelijker gelegen Mzuzu was beland. Stranddagen zijn heerlijk, maar na een maand opschieten, doorgaan en vooral heel veel zien en meemaken, ook een beetje saai. Ik kreeg mijn nieuwe planning maar moeilijk rond door de beperkte openbare voorzieningen naar toeristische trekpleisters. Uiteindelijk vond ik wel wat leuke dingen, zoals een driedaagse kayaktocht en een nationaal park met speciale voorzieningen voor backpackers, maar in contact komen met de juiste personen was niet zo makkelijk en uiteindelijk kreeg ik beide dingen niet rond. Waarschijnlijk moest ik vooral de knop omzetten om gewoon te genieten van de rust (relatief gezien, want in bikini op het strand liggen vraagt hier op z'n minst om een hoop starende blikken), het mooie weer, en het strandje dat ik (op de starende blikken na) helemaal voor mezelf had.

Woensdagnacht begon het echt vreselijk te onweren. Ik vind onweer al nooit zo prettig, maar hier boven m'n rieten hutje was het ook nog eens het heftigste onweer dat ik ooit heb meegemaakt. De klappen waren gigantisch en door alle heuvels weerklonken ze nog goed ook. En die bui duurde en duurde maar; er leek geen eind aan te komen. De volgende ochtend regende het nog flink. Nee, dat is een understatement. Het spoelde. De trap naar mijn hutje toe was veranderd in een bruine waterval en op het meer ontstonden grote golven. Zelfs de vissers kwamen aan land en probeerden zo goed en zo kwaad als het ging te schuilen onder mijn hutje.

Tegen het eind van de ochtend had ik met Simpol (ja, de simpelste naam ooit) afgesproken om samen local food te koken. Ik was hem de dag daarvoor tegengekomen bij Big Blue Backpackers en hij heeft voor mij een hout uitsnede gemaakt met daarop de landen waar ik geweest ben en voor mij typische dingetjes per land. En donderdag gingen we dus samen een dagje op stap. Op de markt kochten we verse visjes, wat groente en hij had nog maïsmeel om nsima (Malawische posho) te maken. Zijn huisje lag aan de andere kant van Nkhata Bay. Al is huisje misschien nog een beetje teveel van het goede. Het is een rijtje van vijf kamers met een veranda ervoor en in ieder kamertje woont een gezinnetje. Iedereen leeft buiten op en rond de veranda en het was een hele gezellige bedoening. Na onze lunch bezochten we nog een goed verstopt strandje waar alleen echte locals komen en toen vond ik het wel mooi geweest. Simpol begon mijn gezelschap iets te veel te waarderen en die 'African boyfriend' hoef ik nog steeds niet.

Inmiddels heb ik eindelijk mijn reisplanning voor Malawi rond. Ik snap achteraf eigenlijk niet zo goed waarom dat zoveel voeten in de aarde moest hebben. Misschien wel omdat ik steeds meer gezien heb en wil proberen mijn reis zo afwisselend mogelijk te houden. Misschien wel omdat Malawi niet super veel nieuws te bieden heeft, naast het meer en de bergen in het zuiden. In ieder geval, morgen vertrek ik naar Nkhotakota (mits ik de naam morgen eindelijk zonder struikelen weet uit te spreken) voor nog wat extra stranddagen.

Foto’s

2 Reacties

  1. Wilma:
    3 april 2015
    Spannende avonturen allemaal nicht!
    Wat een andere wereld hè. Een goede tijd verder gewenst.
    Groetjes
  2. Harry Burgmeijer:
    6 april 2015
    Mooi hoor Tessa, je verhalen lezen is zo leuk, net alsof je het zo kunt mee beleven. En knap dat je alle moeilijkheden van het reizen als jonge vrouw alleen weet te overwinnen.
    Maar blijf vooral genieten van de 'locals' en hun gastvrijheid; het is toch geweldig dat zij zo open en nieuwsgierig zijn. En doordat je er zelf voor openstelt maak je veel meer mee dat welke toerist dan ook.
    Ga vooral zo door en maak er nog een paar mooie weken van.
    Groet, Harry