Kilometers maken

15 maart 2015 - Arusha, Tanzania

Zondagochtend om kwart voor 7 stond ik buiten, klaar om mijn reis naar Tanzania te beginnen! Eenmaal aangekomen bij de bodastage was er geen boda te bekennen. Na een stukje gelopen te hebben kon ik gelukkig er één staande houden. Met zware bepakking achterop een boda is nog niet zo simpel. Vooral bergop zat ik met aangespannen buikspieren zodat ik niet door m'n backpack van de boda af zou flikkeren. Veilig aangekomen op het taxipark kocht ik m'n busticket. Bij de verkeerde maatschappij, deze bus vertrok pas om 8 uur. Om half 10 kwam ik bij de grens aan. Ik had nog 7000 franc over en met de wisselkoers in m'n hoofd sloot ik een goed dealtje met de geldwisselmannetjes. En toen bleek m'n 7000 franc foetsie! Ik snap nog steeds niet hoe en wat, maar het is weg. In het zijvakje van m'n daypack had ik m'n laatste francs gedaan zodat ik niet met m'n portemonnee rond zou lopen en nu was het gewoon weg! Gelukkig nog geen tien euro en verder heb ik alles nog, maar dat het waarschijnlijk gestolen is, is wel zuur vooral omdat m'n daypack geen moment van m'n buik is geweest. 

Maar goed, dat is gebeurd, pech gehad. Gelukkig is de schade zeer beperkt gebleven en had ik in Kigali ook al geld gewisseld dus kon ik in ieder geval Tanzania in reizen en een nachtje slapen. Maar eerst de grens over. Deze keer ging alles lekker soepel. De immigration officer van Rwanda duwde nog snel z'n telefoonnummer en emailadres in m'n paspoort na het zetten van de exit stempel en toen kon ik de grens over lopen. Ik geloof dat ik wel een half uur gelopen heb, wat een eind! Tanzania en Rwanda worden gescheiden door de Rusumo falls, een denderende bruine watermassa. Daarnaast liepen er allemaal apen rond, dus ondanks de grote hekken en de asfaltweg was het zo erg nog niet. Het grenskantoor van Tanzania was niet veel meer dan een bouwkeet, maar zolang ze een mooi stempeltje zetten, maakt dat ook niet uit.

Eenmaal in Tanzania werd ik overspoeld door meer grenswisselmannetjes en een kaartjesverkoper voor een minibus die naar Kahama ging. Iedereen sprak weer "geweldig" Engels en gelukkig kreeg ik ze zover om in ieder geval even tussen de vrachtauto's uit te komen en even rustig rond te kijken. Oké, die minibus was dus serieus de enige. Ik had al gelezen dat dit stukje reizen best lastig kon zijn en dat de enige optie soms liften was (sorry mam, dit had ik even expres niet verteld). Kahama kwam me ergens ver weg wel bekend voor als reisroute naar Arusha, en veel andere opties had ik eigenlijk ook niet, dus kocht ik een kaartje en na een uur vertrokken we op weg naar Kahama. 

Onderweg werd het busje weer flink volgepropt, inclusief kippen en matooke en we stopten met het busje volgeladen om te tanken. Ja, ik ben weer terug in het echte Afrika! De reis zou maar vier uurtjes duren, maar duurde natuurlijk veel langer. De gaten in de weg de eerste uren zorgden er regelmatig voor dat ik een paar centimeter omhoog vloog, qua asfaltweg was dit zonder twijfel de slechtste. Het leek wel of er elke 500 meter een meteoriet neergestort was! Na vier uur vroeg ik de Congolese man die met mij was ingestapt hoe lang het nog was. "19.00", typte hij in z'n telefoon. Daar ging m'n voornemen om zo min mogelijk in het donker te reizen al. 

Toen ik in Kahama aankwam, was het gelukkig nog net licht. Ik vroeg de man of hij een goedkoop guesthouse wist in een mooi Engels-Franse combinatie, maar we begrepen elkaar en hij nam me mee op sleeptouw. Nog geen minuut buiten de bus stonden er wel tien mannen om mij heen, allemaal ticketverkopers voor verschillende busmaatschappijen. Ik had waarschijnlijk niet eens genoeg geld voor een busticket, en ik had geen idee waar ik me in Tanzania bevond: no way dat ik dan een ticket koop. De Congolese man kocht een ticket naar Dar es Salaam en samen liepen we naar een guesthouse. Ze lieten me een mooie kamer zien met een gigantisch bed, de man dacht toch zeker niet dat wij samen zouden slapen?! Ik vroeg maar snel om een goedkopere single room en kreeg nu een kamertje zonder eigen badkamer.

De Congolese man ging netjes naar zijn eigen kamer en ik probeerde in het restaurant wat eten te bestellen. Niemand sprak Engels, en ook al zeggen ze drie keer heel duidelijk een bepaald gerecht in Swahili, verstaan doe ik dat echt niet. Uiteindelijk heb ik duidelijk weten te maken dat ze maar rijst moesten geven en dan zag ik het wel. Ik kreeg rijst met bonen en twee heerlijke stukken vis, dat was goed uitgepakt! Terug op m'n kamer kwam de Congolese man nog even gedag zeggen. Met beetje handen-, voeten- en telefoonwerk kwam ik erachter dat hij naar bed ging en morgen om 5.30 uur de bus moest hebben of op moest. 

Kennelijk moest zo'n beetje iedereen rond die tijd weg, want het was me toch een lawaai in de vroege ochtend. Toen de zon op was liep ik naar buiten voor een rondje Kahama. Het buspark had ik snel gevonden en ik bemachtigde een ticket voor de bus naar Mwanza om 9.30 uur. Ik ging nog even naar de bank en kocht een Tanzaniaanse simkaart en toen was het alweer tijd om m'n spullen te pakken en richting de bus te vertrekken. Bepakt en bezakt daar aangekomen stond er binnen de kortste keren weer een lading mannetjes om me heen, dus liet ik snel m'n busticket zien om me naar de juiste bus te laten sturen. Maar in plaats daarvan zei een van de mannetjes dat de bus al weg was. Ik was stomverbaasd, ik was te laat! Kennelijk bedoelde de man vertrek om 8.30 uur, stond ik daar met m'n goede gedrag om 9 uur. De man greep me bij m'n arm en sleurde me een vertrekkende bus in van een andere maatschappij. "Betaal hem 10.000 en dan is het oké". Op deze manier gaat het wel hard met m'n geld... Gelukkig matste de buschauffeur me en gaf me zonder te betalen een busticket naar Mwanza. 

Mwanza is een hele leuke plaats, er hangt een leuk sfeertje en alle mega rotsen die overal liggen, zorgen voor een leuke afwisseling tussen alle niet zo fotogenieke Afrikaanse steden. Dinsdag besloot ik een citytour te lopen en te eindigen bij een zwembad van een mooi hotel. Matatu's in Tanzania zijn weer net even anders dan in Oeganda waardoor ik bij het instappen van een matatu even twijfelde wat ik moest doen: blijven staan in het hier aanwezige gangpad of Oegandastijl half bij iemand op schoot kruipen? Inmiddels weet ik hoe het hoort. Eerst met zo veel mogelijk staan, dan op het motorblok zitten en achteruit rijden en laatste optie is half bij elkaar op schoot. Oh, en in Tanzania betaal je niet pas bij het bijna uitstappen, maar ergens in het begin van de rit. "Nassau", roepen ze hier ook niet als ze er uit willen, ik moet nog even uitvinden wat wel. 

Eenmaal in de matatu probeerde ik erachter te komen waar ik er überhaupt uit moest. 'Town' was volgens de conductor een drukke markt waarvan ik geen idee had waar dat was. Ik bleef wel zitten tot het taxipark, die stond tenminste op m'n kaartje. Het taxipark waar ik eindigde was in ieder geval niet degene in het centrum en dus pakte ik weer een matatu terug die ik met behulp van een vriendelijke student uitlegde waar ik heen moest. Het taxipark in Mwanza is dus echt mini, ik zocht naar iets vergelijkbaars met het taxipark in Kampala voor de twee na grootste stad van Tanzania. Vanaf het taxipark werd ik een steegje in gestuurd en natuurlijk raakte ik de weg weer kwijt. Na een tijdje gelopen te hebben kwam ik wat dingen tegen van de routebeschrijving! Ik liep de route alleen precies andersom, dat was nog eens mazzel. Ik begon daarom maar bij het zwembad en na een paar uurtjes zette ik me er toch maar toe om de rest van de route ook uit te lopen. Onderweg waren huizen gebouwd op mega rotsen en de route eindigde bij Bismark rock, het symbool van Mwanza.

Woensdag stond ik om iets voor half 6 bij het busstation, want de bus naar Arusha zou om 6 uur precies vertrekken. 6 uur precies werd iets voor 7, voor niks zo vroeg opgestaan. De busrit naar Arusha was mooi, maar duurde vreselijk lang. Aan het eind van de middag wist ik niet meer hoe ik moest zitten van de pijn aan m'n kont en de twee mannen naast me hadden inmiddels elk hun tweede fles whisky op waardoor ze als twee papzakken ook nog eens de helft van mijn (al niet zo brede) stoel inpikten. 

En toen begon het luxe toeristen leven. Ik regelde de laatste dingen voor de safari en toen kon het beginnen! De volgende ochtend werd ik opgehaald door mijn chauffeur en privé kok en reden we naar Lake Manyara National Park. Voor mij geen bekend park, maar zeker niet minder mooi. Verschillende landschappen wisselden elkaar af met bijbehorende dieren. Tussen de struiken kwam al snel een giraffe tevoorschijn en rondom het meer stonden ook vele verschillende dieren. Een prachtplaatje! De kok had een broodtrommeltje gevuld met een heerlijke en uitgebreide lunch die ik kreeg op ik denk wel één van de mooiste picknickplekken ter wereld. Bij de uitgang van het park kwamen we nog een grote groep baboons tegen, waarvan een aantal eigenwijs aan de grill van de auto gingen hangen! 

Zaterdag vertrokken we naar de Ngorongoro Crater. De Masai leven hier, wat het park een heel bijzonder tintje geeft en het is weer een compleet ander park qua landschap. De meeste dieren waren wat meer op afstand dan in Lake Manyara, maar twee leeuwen waren wel heel erg dichtbij. Ze waren in de schaduw van de auto voor ons gekropen en waren niet van plan de brandende zon in te gaan. Hier zag ik ook twee soorten die ik nog niet eerder had gezien: jakhalzen en de neushoorn. Na een hele dag in de krater reden we naar de camping aan de rand van de krater op 3300m. Daar stond er een gigantische olifant uit de watertank te drinken! 's Nachts hoorde ik ineens gebries naast de tent. Drie buffalo's waren rond mijn tent aan het grazen! Met alleen een tentdoek ertussen lag ik niet echt lekker meer. Ik kroop nog wat dieper in mijn slaapzak en probeerde nog wat te slapen. Mede door de kou lukte dat niet echt, maar ik werd wel getrakteerd op een schitterende zonsopkomst boven het park.

Foto’s