Alweer halverwege!

15 januari 2015 - Nansana, Oeganda

Afgelopen weekend besteedde ik voornamelijk aan het typen van mijn allereerste rapport voor Bob met daarin mijn bevindingen en aanbevelingen na mijn interviews van afgelopen week. Zondagochtend was het klaar, 11 A4'tjes vol getypt. Ik was zelf erg blij met het werk dat ik had afgeleverd, gelukkig dacht Bob er hetzelfde over. Hij zei letterlijk dat hij "very impressed" was en dat dit was wat hij ervan hoopte.

's Middags ging ik met Jana naar de Tombes van Kasubi, werelderfgoed op één van de bergen van Kampala. In 2010 is de grote tombe waar de vier koningen in begraven lagen afgebrand, deze wordt nu herbouwd. De rest van het landgoed is gelukkig wel gespaard gebleven. Op het landgoed woonde de koning met zijn 48 vrouwen. Van elke stam trouwde hij één vrouw om scheve gezichten te voorkomen. Een aantal vrouwen woont hier nog steeds en wij gingen bij eentje op bezoek. Ze verwelkomde ons op oud-Oegandese wijze met wat koffiebonen waar je er één van pakt en opeet. Mijn tanden zijn gelukkig nog heel, want die dingen zijn hard! Nadat ik mijn complete Oegandese woordenschat met haar gedeeld had (Ossiibye otya nno?, oli otya?; goedemiddag, hoe gaat het?) nam de gids ons mee langs de andere huisjes en de plantages vol matooke-, casave-, en jackfruitbomen. We zagen de tombe met de koninklijke drums en verschillende begraafplaatsen waar alle overleden vrouwen en kinderen lagen.

Aan het eind van de rondleiding liet de gids ons jackfruit proeven (de allergrootste fruitsoort die ik ooit gezien heb), want dat ik dát nog niet op had in mijn zes weken hier kon natuurlijk niet. Nadat hij ons uitgelegd had hoe we dit wonderbaarlijke stuk fruit moesten eten, begonnen we het stuk te ontpitten en uit te pakken. Het is heel kleverig en kennelijk vinden mensen het gigantisch stinken, ik vond dat zelf wel meevallen, maar het smaakte erg goed. Ik had een beetje het idee dat ik winegums aan het eten was. Dus gelijk vanuit de tombes staken Jana en ik de weg over naar de grote markt aan de rand van Kampala; op zoek naar een stuk jackfruit!

Maandag stond een meeting met dokter Paul op het programma. Zijn health center ligt erg afgelegen dus hij zou mij ophalen in Kampala. Nu weet ik wel een paar dingen te vinden in Kampala, maar dat is meer goed geluk dan echt de weg weten. Dit had Bob snel door en daarom leek het hem een goed idee om Theresa mee te laten gaan, zij is hier immers al drie maanden langer. Ik vond dat idee wel gezellig, dus ik zei maar even niet dat Theresa's stratenkennis van Kampala niet veel beter was dan de mijne. In Kampala konden we dan meteen even langs de postbus van KIFAD en langs het Ministry van Gender, Labour and Social development, zodat Theresa wat informatie op kon halen over de Oegandese kindertelefoon en bijbehorende stukken.

In het drukke Kampala opgepikt worden door een Oegandese dokter die je niet kent is best een uitdaging. Hij moet jou vinden, want andersom is het een onmogelijke opgave. Op Constitutional Square aangekomen waagde ik er maar even een telefoontje aan. Hij kwam eraan. Na een paar minuten stopte er inderdaad een auto voor onze neus.

Dokter Paul had door zijn werk veel gereisd en een gesprek over Nederland kon natuurlijk niet uitblijven. Hij heeft een tijdlang zich voornamelijk gefocust op public health en hield er, op wat goede punten, ook een paar bijzondere theorieën op na. Zo zou kanker hier veel minder voorkomen omdat het zonnetje hier meer schijnt. Dat mensen hier overlijden voordat wij überhaupt uitgewerkt zijn en dat de meest gebruikte screeningsmethoden hier alleen (al veel te) grote kankers kunnen ontdekken, nam hij niet mee in zijn betoog. Ik had hem graag mijn visie gegeven, maar een dokter tegenspreken terwijl we hem daarna nog hard nodig hadden, leek mij niet het allerslimste idee.

Na ruim een uur rijden kwamen we bij zijn health center 'Village of Hope and Health' aan. Ons health center was al verder gevorderd! Dit had Bob mij niet verteld. Eerst kregen we een rondleiding langs de verschillende ruimtes en daarna werden we voorgesteld aan Alan en Adam, de twee assistenten van dokter Paul. Alan en Adam waren maar twee iele mannetjes vergeleken met de grote en vooral zwaarlijvige dokter Paul, die mij consequent Tessie bleef noemen. De mannetjes mochten de vragen over het health center en hun taken beantwoorden. Ze begrepen onze vragen niet altijd waardoor we zelfs na de vraag op verschillende manieren uitgelegd te hebben nog een heel vreemd antwoord kregen.

Dokter Paul beantwoordde uiteindelijk onze laatste drie vragen over de basis benodigdheden voor een health center. We waren al vanaf 9 uur onderweg en rond 1 uur stuurde dokter Paul Adam erop uit om soda te gaan halen. Gelukkig nam deze ook een flesje voor ons mee en een rolletje biscuitjes. In ieder geval iets om de trek een beetje te stillen. Dat dokter Paul goed geld verdient, liet hij graag ook duidelijk blijken. Geld iets te duidelijk tellen, Adam een stapeltje 50.000tjes geven (beetje hetzelfde idee qua bruikbaarheid als 50 euro biljetten). Dit is mij al eerder opgevallen hier, opzichtig met geld zwaaien geeft hier toch echt aanzien, denk ik. Om 3 uur gingen we eindelijk weg. Eerst weer een half uur over zandweggetjes met gigantische kuilen en daarna nog een half uur tot Kampala.

In een uurtje moesten we naar het postkantoor en het ministerie zien te komen. In het postkantoor waren we gelukkig vrij snel klaar. Op naar het ministerie. Binnen werd onze tas gecheckt, een beveiligingspoortje door en we waren binnen. Bij de receptie vroegen we waar de man zat die we nodig hadden. Gang in, eerste deur rechts. En toen stonden we ineens in een gang met allemaal kantoortjes. Eerste deur rechts zat een mevrouw. Nee, we moesten naar de 6de etage. Daar kregen we te horen: "Nee, jullie moeten op de 5de zijn!", terwijl niemand de naam die wij noemden bekend leek voor te komen. Op de 5de etage hadden we eindelijk wat meer geluk. Iemand kende de persoon die wij zochten alleen werkte die sinds de kindertelefoon geopend is in een ander gebouw. Inmiddels was het net na 5en, dus zij konden de papieren ons ook niet meer geven, want het was tijd om naar huis te gaan. Een ambtenaar in Oeganda en Nederland verschilt dus niet eens zo gek veel van elkaar.

Dinsdag kwam Cissy eindelijk weer terug uit Pakwach, de plaats waar haar moeder met haar kinderen woont. Met Pasen en Kerst zijn de enige momenten dat ze ze ziet, de rest van het jaar is ze hier in het guesthouse om geld te verdienen om haar gezin te onderhouden. Vlak voor ze terug zou komen kreeg ze malaria, maar nu gaat alles gelukkig weer goed. Ze is gelijk flink aan het poetsen geslagen en alles ziet er weer lekker fris uit. Ben heeft zijn taken als caretaker heel serieus genomen, maar goed schoonmaken blijft misschien toch meer een vrouwending.

De rest van de week was vrij rustig. Woensdag zou ik eigenlijk een meeting hebben met Maureen van Amref (de African Medical and Research Foundation), maar door wat miscommunicatie is dat nu verplaatst naar volgende week dinsdag. Theresa was een dag het veld in om HIV testen af te nemen, dus ik zat voor het eerst als enige muzungu op kantoor. Bob wil graag dat ik een concluderend aanbevelingsrapport voor hem schrijf en een data site opzet waar we patiëntengegevens in kunnen gaan opvoeren. Vooral dat rapport is best een dingetje, ik heb wel vaker onderzoek gedaan en aanbevelingen geschreven, maar dan was er altijd nog iemand die controleerde. Ik krijg nu hier een hele verantwoordelijkheid en dat als net afgestudeerde!

Sowieso vind ik het heel bijzonder dat Bob mij dit zo laat doen. Hij heeft echt zijn kindje in mijn handen gelegd. Inmiddels heeft hij natuurlijk wel aardig door hoe ik ben en werk, maar in de eerste weken was het puur een kwestie van vertrouwen. Dinsdag vertelde hij dat een bezoek aan het Oegandese Ministerie van Volksgezondheid ook op de planning staat. Ik krijg hier als jonkie kansen, zo ongelofelijk en ben hier zo dankbaar voor. Ik durf nu al te zeggen dat mijn vrijwilligerswerk mij meer heeft gebracht dan ik van te voren had durven hopen. Natuurlijk heb ik mijn best gedaan om een project uit te zoeken wat in het verlengde ligt van mijn studie, maar de praktijkervaring die ik hier mag opdoen is buiten proportie.

Woensdag onderweg naar huis ging Theresa's slipper kapot. Niet zo gek als je je bedenkt dat we die dingen echt dag in dag uit dragen. Al snel wees iemand ons op een schoenmaker, terwijl wij eigenlijk gewoon op zoek waren naar een winkeltje met nieuwe slippers. Zo belandden we op de stoep van de bakker bij de schoenmaker. Een houten bankje en klein kastje waar hij zijn gereedschap in bewaarde, meer was het niet. Met grote precisie naaide hij het teentouwtje weer vast en lijmde de zool. Theresa kreeg zelfs een vervangende slipper aangeboden voor in de tijd dat we wachtten!

Donderdagavond vierden we Cissy's 34ste verjaardag. We hadden slingers en een verjaardagskaart gemaakt en bakten pizza's. Het was de allereerste keer dat Cissy haar verjaardag vierde, ze kon het erg waarderen. Halverwege werd het nog romantisch ook, want naast het feit dat we weer zonder water zaten (en het regenwater is nu ook op) viel de stroom ook weer uit. Met een paar kaarsen op tafel kon het hele feest gelukkig toch gewoon doorgaan.

Afgelopen woensdag was ik alweer halverwege mijn werktijd in Oeganda, de tijd gaat zo snel! Daarom heb ik maar alvast een beetje een planning gemaakt om de resterende weken/weekenden tripjestechnisch zo goed mogelijk te benutten. Vandaar dat ik de komende dagen met een aantal meiden uit het guesthouse op Ssese Islands ben, een eilandengroep in Lake Victoria. Lekker drie dagen ertussenuit en maandag weer serieus aan de slag.

Foto’s

5 Reacties

  1. Wilma:
    16 januari 2015
    Genietze en rust ff lekker uit.
    Groetjes uit Hellevoetsluis
  2. Ruud en Carla:
    16 januari 2015
    Wat een leuk verslag weer! Fijn dat deze reis tot nu toe aan je verwachtigingen voldoet.Mooi om te zien dat ze vertrouwen in je kennis hebben. Geniet maar lekker verder en succes!
  3. Harry Burgmeijer:
    17 januari 2015
    Geweldig hoor Tessa. Prachtig dat je nu na zoveel jaar studeren het waar kunt maken in de praktijk. En dan niet in NL maar ver weg in Afrika en dat het je heel goed af gaat. KIFAD mag zich gelukkig prijzen met zo'n inzet! En ja die Durian (Jackfruit) die ruiken een beetje (soms al van heel ver), maar je durft het in ieder geval te proberen. Ga vooral zo door want er zijn vast nog meer bijzondere vruchten die wij hier misschien wel nooit zullen zien en proeven. Maak er nog een mooie tijd van en geniet met volle teugen.
  4. Diana en Wim:
    18 januari 2015
    Ja wat gaat de tijd snel he als je het naar je zin hebt. Ik heb vrijdag nog op de vakantiebeurs een heel aardige Oegandees ontmoet die excursies verzorgt naar de oerang oetans vanuit Kampala. Hij is 27 januari weer in Kampala. ik zal het kaartje aan je vader en moeder geven.
  5. Carla Denemarken:
    28 februari 2015
    Wat ontzettend fijn dat het project je zoveel praktijkervaring oplevert. Ervaring die je zeker zult kunnen gebruiken bij latere sollicitaties en banen. Ga zo door! :-)